·

overdraft (EN)
zelfstandig naamwoord, werkwoord

zelfstandig naamwoord “overdraft”

enkelvoud overdraft, meervoud overdrafts of ontelbaar
  1. roodstand (een negatief saldo op een bankrekening veroorzaakt door meer geld op te nemen dan beschikbaar is)
    After paying for unexpected repairs, he had an overdraft and his account showed a negative balance.
  2. het maximale bedrag dat van een bankrekening kan worden roodgestaan
    His bank increased his overdraft to $1,500, giving him more flexibility in emergencies.
  3. (in de hydrologie) de overmatige onttrekking van grondwater voorbij de duurzame opbrengst van de aquifer
    The town's water shortage is partly due to the overdraft of the underground water reserves for irrigation.
  4. overdraft (in de techniek, een doorgang of opening in een oven die lucht laat circuleren)
    The engineer adjusted the furnace's overdraft to improve fuel efficiency.

werkwoord “overdraft”

infinitief overdraft; hij overdrafts; verleden tijd overdrafted; volt. deelw. overdrafted; ger. overdrafting
  1. (in de hydrologie) grondwater uit een aquifer onttrekken boven zijn duurzame capaciteit
    Due to the prolonged drought, the city had to overdraft the aquifer to meet water demands.