·

old-fashioned (EN)
bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord “old-fashioned”

basisvorm old-fashioned (more/most)
  1. ouderwets
    She wore an old-fashioned dress with lace and frills.
  2. ouderwets (iemand die traditionele manieren en ideeën verkiest boven nieuwe of moderne)
    My grandfather is old-fashioned and prefers writing letters instead of sending emails.
  3. klassiek (basis en traditioneel, maar gewaardeerd om zijn hoge kwaliteit en betrouwbaarheid)
    Grandma's old-fashioned apple pie always reminds me of home.