·

missing (EN)
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord “missing”

basisvorm missing (more/most)
  1. vermist
    After the hike, he realized his wallet was missing.
  2. ontbrekend
    The detective noticed a missing piece of evidence.

zelfstandig naamwoord “missing”

enkelvoud missing, meervoud missings
  1. (statistiek) een ontbrekende waarde in een dataset
    The software highlighted the missings for the analyst to review.