werkwoord “mispronounce”
infinitief mispronounce; hij mispronounces; verleden tijd mispronounced; volt. deelw. mispronounced; ger. mispronouncing
- verkeerd uitspreken
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She mispronounced "quinoa" as "kwin-oh-ah" during her presentation.