zelfstandig naamwoord “member”
enkelvoud member, meervoud members
- lid
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She is a member of the local book club.
- onderdeel
The bridge is supported by steel members.
- Lid (van het Parlement)
Will the honourable Member please stand up!
- (eufemistisch) het mannelijk geslachtsorgaan; de penis
He felt embarrassed when he hurt his member.
- (in de wiskunde) een element van een verzameling
The number 5 is a member of the set of natural numbers.
- lid (van een vergelijking)
In the equation x + 2 = 5, x + 2 is the left member and 5 is the right member.
- (informatica) een functie of gegeven dat geassocieerd is met een object in programmeren
The class has several members, including methods and variables.
- bestand (in een archief)
The zip file contains multiple members.