limb (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “limb”

1. ledemaat
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   After breaking his leg, he had to use crutches to support his injured limb.
2. tak
   The strong winds caused a large limb from the old oak tree to fall onto the road.
3. boogligger (deel van een boog van het handvat tot de punt)
   He carefully inspected the limbs of his bow to ensure they were not damaged before the archery competition.
4. rand (van een hemellichaam zoals waargenomen door het oog)
   During the eclipse, the moon's limb slowly covered the sun, creating a breathtaking sight.