·

indicate (EN)
werkwoord

werkwoord “indicate”

infinitief indicate; hij indicates; verleden tijd indicated; volt. deelw. indicated; ger. indicating
  1. aangeven
    She pointed to the map to indicate the location of the treasure.
  2. duiden op
    High fever indicates a possible infection.
  3. suggereren
    The test results indicate the need for further treatment.
  4. richting aangeven (met een voertuig)
    Remember to indicate before you turn left at the roundabout.