zelfstandig naamwoord “fellow”
enkelvoud fellow, meervoud fellows
- kerel
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
While walking home, I chatted with a cheerful fellow selling flowers.
- een lid van een hogeschool of universiteit dat lesgeeft of onderzoek doet
After his PhD, he became a fellow at the university to continue his studies.
- een lid van een professionele of wetenschappelijke vereniging
She was honored to be named a fellow of the Royal Society of Chemistry.
- kameraad
The hikers depended on their fellows during the long trek.
- arts in opleiding (na specialisatie)
The new cardiology fellow is learning specialized procedures at the hospital.
bijvoeglijk naamwoord “fellow”
basisvorm fellow, niet-vergrotend
- gebruikt om iemand te beschrijven die dezelfde activiteit uitvoert als jij
She quickly made friends with her fellow travelers on the tour.