facility (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “facility”

1. faciliteit (gebouw of plaats)
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   The new sports facility includes tennis courts, a swimming pool, and a gym.
2. voorziening
   The hotel offers conference facilities and free Wi-Fi to all guests.
3. aanleg
   She has a facility for learning languages and speaks five fluently.
4. gemak
   He passed the driving test with great facility.
5. een lening of kredietlijn verleend door een bank
   The company secured a $10 million facility to expand its operations.