zelfstandig naamwoord “end”
enkelvoud end, meervoud ends of ontelbaar
- einde
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The movie ends with a surprising twist that leaves everyone in shock.
- dood (in de context van het einde van een leven)
The old pirate's end came quietly in his sleep, far from the tumultuous seas he once roamed.
- doel
She studied tirelessly with the end of becoming a doctor in mind.
- end (bij curling)
During the fifth end of the curling match, both teams focused intently on their strategy as they took turns sliding their rocks across the ice.
- (een speler in American football) een speler die zich aan het einde van de scrimmagelijn opstelt
The end caught the pass and ran for a touchdown.
werkwoord “end”
infinitief end; hij ends; verleden tijd ended; volt. deelw. ended; ger. ending
- eindigen
The meeting finally ended after three long hours.
- beëindigen
She ended the meeting with a summary of the key points discussed.
- afsluiten (met iets)
The movie ended with a surprising twist that left everyone in the audience gasping.
- eindigen op