·

encourage (EN)
werkwoord

werkwoord “encourage”

infinitief encourage; hij encourages; verleden tijd encouraged; volt. deelw. encouraged; ger. encouraging
  1. aanmoedigen
    My teacher encouraged me to keep trying, even after I failed the test.
  2. aanbevelen
    The city encourages the drivers to drive safely.
  3. bevorderen (bijvoorbeeld de groei of ontwikkeling van iets of iemand ondersteunen)
    The company encourages innovation by funding research and development projects.