zelfstandig naamwoord “deposit”
enkelvoud deposit, meervoud deposits
- storting
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
She makes a deposit every month into her savings account.
- aanbetaling (geld gegeven als een eerste betaling of om iets te reserveren)
They paid a deposit to reserve the wedding venue.
- borg (geld gegeven als zekerheid voor een geleend voorwerp, teruggegeven wanneer het voorwerp wordt teruggegeven)
You'll receive your deposit back when you return the rented tools.
- afzetting
Geologists found significant deposits of copper in the area.
werkwoord “deposit”
infinitief deposit; hij deposits; verleden tijd deposited; volt. deelw. deposited; ger. depositing
- geld op een bankrekening storten
He deposited $500 into his checking account.
- deponeren
She deposited her luggage at the hotel front desk.
- een stof of materiaal achterlaten na beweging
The wind deposited sand over the road.