zelfstandig naamwoord “animal”
enkelvoud animal, meervoud animals
- dier
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
Dogs, cats, and humans are all examples of animals.
- dier (met uitzondering van de mens)
Dogs, cats, and birds are all examples of animals that people often keep as pets.
- een landzoogdier of vogel (vooral wanneer beschouwd als voedsel)
Fat from animals is sometimes considered less healthy than fish fat.
- beest
The dictator's soldiers are animals.
- persoon (bekend om de gegeven eigenschap)
She's always been a party animal, never missing a single event.
- iets totaal anders
Online learning is an entirely new animal compared to traditional classroom education.
bijvoeglijk naamwoord “animal”
basisvorm animal, niet-vergrotend
- dierlijk
In the heat of the argument, his response was driven by an animal instinct, unfiltered and primal.