zelfstandig naamwoord “co-op”
enkelvoud co-op, meervoud co-ops
- coöperatie-appartement (een appartement in een gebouw dat eigendom is van een coöperatieve woningbouwvereniging)
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
He bought a co-op in Manhattan overlooking Central Park.
- coöperatie (een organisatie die eigendom is van en wordt beheerd door haar leden die de winsten of voordelen delen)
The farmers formed a co-op to sell their produce directly to consumers.
- coöperatie (een winkel die eigendom is van en wordt beheerd door een coöperatieve organisatie)
I always buy my groceries at the local co-op.
- co-op (videospellen, een spelmodus waarin spelers samenwerken)
Let's play the co-op together and defeat the enemies as a team.