·

cleansing (EN)
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

Dit woord kan ook een vorm zijn van:
cleanse (werkwoord)

bijvoeglijk naamwoord “cleansing”

basisvorm cleansing (more/most)
  1. reinigend
    The cleansing water removed all the makeup from her face effortlessly.

zelfstandig naamwoord “cleansing”

enkelvoud cleansing, meervoud cleansings of ontelbaar
  1. reiniging
    The river underwent a thorough cleansing to remove all the pollutants.
  2. zuivering (in de context van etnische zuivering)