bullet (EN)

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “bullet”

1. kogel
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   The soldier loaded the bullet into his rifle before heading out on the mission.
2. opsommingsteken
   Each item on the grocery list was marked with a bullet to make it easier to read.
3. snelheidsduivel
   The new bullet train can reach top speeds in just a few seconds.
4. snelschaakpartij (bullet)
   Every evening, they challenge each other to a few rounds of bullet, with only one minute per player.