werkwoord “become”
infinitief become; hij becomes; verleden tijd became; volt. deelw. become; ger. becoming
- worden
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
After years of hard work, he finally became the manager of the store.
- staan (als in "het staat je goed")
The elegant dress became her, making her the center of attention at the party.