audit (EN)

zelfstandig naamwoord, werkwoord

zelfstandig naamwoord “audit”

1. accountantscontrole
   Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.

   The company undergoes an annual audit to ensure compliance with financial regulations.
2. evaluatie
   The safety audit highlighted several areas for improvement in the factory.

werkwoord “audit”

1. controleren
   The government agency audited the company to ensure compliance with tax regulations.
2. evalueren
   They audited the safety procedures to ensure compliance with regulations.
3. als toehoorder deelnemen
   She decided to audit the physics course to broaden her knowledge.