zelfstandig naamwoord “airbag”
enkelvoud airbag, meervoud airbags
- airbag (een veiligheidsvoorziening: een zak die snel met lucht opblaast om passagiers te beschermen bij een botsing)
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
When the car crashed, the airbag inflated and saved his life.
- een opgeblazen zak die door stuntmensen wordt gebruikt om veilig te landen na een hoge val
The stuntman jumped from the building and landed safely on the airbag.