bijvoeglijk naamwoord “still”
basisvorm still, niet-vergrotend
- stil
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The cat remained perfectly still as the mouse scurried across the floor.
- plat (als in niet bruisend)
She preferred her lemonade still, without any bubbles tickling her nose.
bijwoord “still”
- nog (als in nog steeds)
Are you still working on that project?
- zelfs (als in zelfs nog)
She was fast, but he was faster, and their coach is fastest still.
- toch
He was running late, bet he still stopped to help the lost puppy.
- bovendien
Some people walk to work; others ride bikes; still others drive cars.
zelfstandig naamwoord “still”
enkelvoud still, meervoud stills of ontelbaar
- stilte
In the still of the early morning, you could hear the dewdrops falling from the leaves.
- still (als in filmstill)
The director chose a haunting still from the movie to use for the promotional poster.
- stookketel
The moonshiner checked the still to ensure it was properly condensing the alcohol vapor into liquid.
werkwoord “still”
infinitief still; hij stills; verleden tijd stilled; volt. deelw. stilled; ger. stilling
- kalmeren (als werkwoord); tot bedaren brengen (als het gaat om het kalmeren van iets of iemand anders)
She sang a lullaby to still the crying baby.