zelfstandig naamwoord “resident”
enkelvoud resident, meervoud residents
- inwoner
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The city's residents are concerned about the new construction project.
- arts in opleiding (in een ziekenhuis)
The surgical resident assisted the lead surgeon during the operation.
- inwoner (iemand die officiële toestemming heeft om in een land of gebied te wonen)
As a permanent resident, he can work in the country without a visa.
- resident (een diplomatiek vertegenwoordiger die in een vreemd land woont, meestal met een rang onder ambassadeur)
The resident represented his nation's interests in the region.
bijvoeglijk naamwoord “resident”
basisvorm resident, niet-vergrotend
- wonend of verblijvend op een bepaalde plaats
Only resident students are allowed in the dormitory after 9 pm.
- gevestigd in of werkzaam op een bepaalde plaats
We have a resident expert to answer any technical questions.