zelfstandig naamwoord “pupil”
enkelvoud pupil, meervoud pupils
- leerling
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The pupils gathered in the assembly hall for the morning announcements.
- leerling (onder begeleiding van een leraar of mentor)
The artist's pupils learned her techniques to create their own masterpieces.
- pupil
The doctor examined the patient's pupils for signs of a concussion.