·

none (EN)
voornaamwoord, bijwoord

voornaamwoord “none”

none
  1. geen
    None of the cookies were left by the end of the party.

bijwoord “none”

none (more/most)
  1. geenszins (wanneer gevolgd door "the" en een bijvoeglijk naamwoord)
    Despite the heavy rain, we were none the less excited for our hike.
  2. geenszins (wanneer gevolgd door "too"; niet in het minst)
    She was none too happy about having to work over the weekend.