·

myself (EN)
voornaamwoord

voornaamwoord “myself”

myself
  1. mezelf
    I taught myself English using the website jmarian.com.
  2. zelf (om nadruk te leggen dat ik alleen betrokken ben)
    I myself am responsible for the success of the project.
  3. mezelf (in de zin van 'ik voel mezelf goed')
    Since the fever started, I haven't felt like myself at all.
  4. gebruikt als een nadrukkelijke alternatieve vorm van "me"
    This was done by my father and myself.