·

modular (EN)
bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk naamwoord “modular”

basisvorm modular (more/most)
  1. Modulair (gemaakt van afzonderlijke eenheden of delen die op verschillende manieren kunnen worden gecombineerd)
    The company sells modular furniture that can fit any office space.
  2. modulair (in de wiskunde, met betrekking tot modules)
    She learned about modular arithmetic in her number theory class.
  3. modulair (met betrekking tot modulatie in muziek of elektronica)
    The musician used a modular synthesizer to create new sounds.