zelfstandig naamwoord “instance”
enkelvoud instance, meervoud instances of ontelbaar
- voorbeeld
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
For instance, when you smile at a stranger, they often smile back.
- geval
In many instances, students find that starting their essays early leads to better grades.
- instantie (in de context van programmeren of informatica)
For our new mobile app, each user's login creates a new instance of the user session class.
- server (in de context van een gedecentraliseerd netwerk)
When you create an account on a Mastodon instance, you're essentially joining a unique community with its own rules and culture.
werkwoord “instance”
infinitief instance; hij instances; verleden tijd instanced; volt. deelw. instanced; ger. instancing
- aanhalen als voorbeeld
In her speech, she instanced the city's recent policy changes as a major factor in reducing pollution.