zelfstandig naamwoord “expectation”
enkelvoud expectation, meervoud expectations of ontelbaar
- verwachting
Meld u aan om de vertalingen van voorbeeldzinnen en eentalige definities van elk woord te zien.
The children's eyes gleamed with expectation of ice cream after dinner.
- verwachtingen (in de zin van hoop op een positieve uitkomst)
The children had high expectations for the trip to the amusement park.
- verwachtingen (in de zin van sterke overtuigingen over wat zou moeten gebeuren)
The new software did not meet the expectations we had.
- verwachte waarde
The expectation of rolling a die is 3.5, since it's the average of all possible outcomes (1, 2, 3, 4, 5, 6) over a large number of rolls.