·

buyer (EN)
zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord “buyer”

enkelvoud buyer, meervoud buyers
  1. koper (een persoon die iets koopt)
    Many buyers attended the art auction hoping to acquire rare paintings.
  2. inkoper (in de detailhandel, een persoon wiens taak het is om producten te kopen voor een winkel om te verkopen)
    The fashion company's buyer traveled to Milan to select new designs for the upcoming season.
  3. inkoper (in de productie, een persoon wiens taak het is om materialen of onderdelen te kopen voor het maken van producten)
    The electronics manufacturer's buyer negotiated a deal for high-quality components from overseas suppliers.